Bevoegdheidsverdeling

Hoewel de sociale partners en het pensioenfondsbestuur gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor het eindresultaat hebben zij zelfstandige rollen en bevoegdheden in het transitietraject. 

De Wet toekomst pensioenen beoogt geen wijziging in de bestaande bevoegdheidsverdeling tussen de sociale partners en het pensioenfondsbestuur. De transitie naar het nieuwe pensioenstelsel brengt wel nieuwe vraagstukken met zich mee rondom de bevoegdheidsverdeling. Denk aan onderwerpen als contractkeuze, afschaffen doorsneepremie, invaren, compensatie en risicohouding.

Onderstaand schema schetst in globale zin de bevoegdheidsverdeling tussen de sociale partners en het pensioenfondsbestuur, maar laat de gezamenlijke verantwoordelijkheid onverlet.  

Inzicht in de onderlinge samenhang van bevoegdheden is belangrijk. Zo ligt de bevoegdheid tot het bepalen van de inhoud van de pensioenregeling bij sociale partners. Bij de opdrachtaanvaarding dient het pensioenfondsbestuur de afspraken gemaakt door sociale partners te toetsen op het voldoen aan wet- en regelgeving, de uitvoerbaarheid, de uitlegbaarheid en de beleidsdoelstellingen en uitgangspunten van het pensioenfonds. Het is belangrijk dat sociale partners zich tijdig vergewissen wat de toetsingscriteria zijn waaraan de pensioenregeling moet voldoen wil het pensioenfondsbestuur de opdracht van sociale partners kunnen aanvaarden.

Naast de formele bevoegdheidsverdeling en de wettelijke kaders helpt het om aandacht te besteden aan de onderlinge samenhang van bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Het is aan te raden om vooraf de gezamenlijke bevoegdheden/verantwoordelijkheden met elkaar af te stemmen zodat duidelijk is wie wat wanneer moet doen én wanneer te overleggen.

Hoorrecht pensioengerechtigden en gewezen deelnemers

De keuzes die sociale partners maken in het transitietraject op weg naar een nieuwe pensioenregeling hebben ook gevolgen voor pensioengerechtigden en gewezen deelnemers. Denk aan de wijze waarop wordt omgegaan met opgebouwde pensioenaanspraken en -rechten (invaren), de contractkeuze of de vormgeving van eventuele compensatie.

De belangen van pensioengerechtigden en gewezen deelnemers worden meegenomen in de besluitvorming. Een evenwichtige belangenafweging is het uitgangspunt bij de te maken keuzes door sociale partners. De overwegingen die aan de keuzes ten grondslag liggen en de effecten van die keuzes dienen in een transitieplan te worden uitgewerkt. 

Als (extra) waarborg voorziet de Wet toekomst pensioenen in een hoorrecht voor representatieve verenigingen van pensioengerechtigden en/of gewezen deelnemers op het transitieplan. Sociale partners dienen hiervoor tijdig de gelegenheid te bieden zodat de inbreng nog van invloed kan zijn op de keuzes. Sociale partners koppelen terug hoe zij de inbreng hebben gewogen en meegenomen in hun besluitvorming. 

De functie van het hoorrecht is tweeledig: enerzijds dient het als informatievoorziening richting belanghebbenden in een vroeg stadium van de transitie en anderzijds dwingt het sociale partners ertoe de belangen van belanghebbenden zichtbaar mee te wegen in het transitieplan.

Krachtenveld

Sociale partners en het pensioenfondsbestuur zijn weliswaar de primaire partijen in het besluitvormingsproces, maar zij opereren niet in een vacuüm. Zij hebben te maken met een (eigen) krachtenveld: interne organen, de uitvoering (uitbestedingspartijen), achterban/belanghebbenden, externe toezichthouders, politiek/maatschappelijk draagvlak maar ook praktische kaders als financiële mogelijkheden, het aflopen van de cao, toekomstperspectief van het pensioenfonds etc. 

Het aan het begin van het transitietraject inventariseren van het krachtenveld en het tijdig meenemen (informeren/ consulteren) van de relevante partijen heeft belangrijke voordelen voor zowel het draagvlak als het efficiënt doorlopen van het besluitvormingsproces. 

Wat zijn bijvoorbeeld de verschillende rollen/bevoegdheden én verantwoordelijkheden van de pensioenfondsorganen bij (het doorlopen van) het transitietraject en de vormgeving van de nieuwe  pensioenregeling?

En de governance in brede zin: sleutelfuncties, compliance en risicomanagement.

Belangrijke stakeholders zijn ook de uitbestedingspartijen van het pensioenfonds. De basis moet goed zijn: Is de dienstverlening door de huidige uitbestedingspartijen voor de komende jaren zeker? Zitten er specifieke voorwaarden aan het voortzetten van de dienstverlening? Wanneer is de (deelnemers)administratie bij de pensioenuitvoeringsorganisatie gereed voor de overgang op een ander pensioencontract? De (on)mogelijkheden bij uitbestedingspartijen van het pensioenfonds zullen mede bepalen welke concrete keuzes er bij sociale partners voorliggen.