De premie-uitkeringsovereenkomst

De premie-uitkeringsovereenkomst is niet nieuw en blijft in het vernieuwde pensioenstelsel behouden voor werkgevers die de regeling onderbrengen bij een verzekeraar/PPI. De premie-uitkeringsovereenkomst kan, in tegenstelling tot de flexibele- en de solidaire premieregeling, alleen uitgevoerd worden door een verzekeraar of premiepensioeninstelling. 

De premie wordt belegd en vormt samen met de rendementen het pensioenkapitaal. Op de pensioendatum wordt het pensioenkapitaal aangewend voor een levenslange vaste of variabele pensioenuitkering. Het grote verschil met de flexibele- en solidaire premieregeling is, dat er geen mogelijkheden zijn voor het (intergenerationeel) delen van risico’s. In deze regeling is het dan ook niet mogelijk om een risicodelings- of solidariteitsreserve in te richten.

De unieke eigenschap van de premie-uitkeringsovereenkomst is dat de deelnemer kan verzoeken om (een deel van) het opgebouwde pensioenvermogen aan te wenden voor de aankoop van een gegarandeerde vaste nominale pensioenuitkering vanaf de pensioendatum. Dit verzoek kan de deelnemer doen in de laatste vijftien jaar voor het bereiken van de AOW-leeftijd. Een bij een premiepensioeninstelling opgebouwd pensioenkapitaal kan, op verzoek van de deelnemer, gewezen deelnemer of aanspraakgerechtigde, tussentijds worden overgedragen aan een verzekeraar waarbij dat pensioenkapitaal kan worden omgezet in een uitgestelde vaste gegarandeerde periodieke uitkering.

De deelnemer kan deze uitkering inkopen op basis van het tot dan toe opgebouwde pensioenvermogen, maar ook met aanwending van alleen toekomstige premies. De premie en/of het opgebouwde pensioenvermogen kan direct worden gebruikt om die aanspraak op een periodieke uitkering in te kopen. 

Tot aan de pensioendatum (of het moment van omzetten) komen alle risico’s voor rekening van de deelnemer. Op het moment van inkoop van een vaste pensioenuitkering door omzetting van de belegde premies/ kapitaal bij de verzekeraar, worden zowel het (micro- en macro) langlevenrisico als het rente- en beleggingsrisico door de verzekeraar overgenomen.

Kortom: binnen de premie-uitkeringsovereenkomst is er geen sprake van het delen van risico’s. Wanneer op het moment van inkoop de rente laag is of als de beleggingen het slechter hebben gedaan dan verwacht, dan is ook het te ontvangen pensioen lager dan verwacht. De afkoop van beleggingen kan dus gunstige of ongunstige gevolgen hebben voor de deelnemer.

Deelnemers die het pensioenkapitaal of premie willen gebruiken voor de aankoop van een vaste uitkering moeten door de verzekeraar worden geïnformeerd over wat de gevolgen en risico’s zijn van deze omzetting voor zijn/haar pensioen.