Fiscaal kader (tot aan 2037 en daarna)

Fiscaal kader (tot aan 2037 en daarna)

Het opbouwen van pensioen wordt fiscaal gefaciliteerd. Zo wordt de ingelegde premie niet belast en is het opgebouwde kapitaal vrijgesteld van vermogensrendementsbelasting. Er moet belasting worden betaald over de pensioenuitkering, wat voordeliger is.

De fiscale facilitering is begrensd. Er geldt een maximum fiscaal opbouwpercentage. Ook is er een maximum pensioengevend salaris, dat ieder jaar wordt aangepast. Voor 2023 is het fiscaal maximum pensioengevend loon vastgesteld op EUR 128.810.  Boven dat bedrag kan men wel pensioen opbouwen, maar wordt de premie belast. Daarnaast is in een pensioenregeling vaak sprake van een AOW-franchise, waardoor over het eerste deel van het salaris geen pensioen wordt opgebouwd. De AOW-uitkering voorziet daar immers in. Dit heet de AOW-franchise.

Met het nieuwe pensioenstelsel verandert ook het fiscale kader, een maximale pensioenpremie is voortaan de fiscale begrenzing. Dat is tot 2037 vastgesteld op maximaal 33 procent van de pensioengrondslag (het deel van het salaris boven de franchise).