Transitieplan: basis voor de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel voor pensioenfondsen
Het transitieplan is het sluitstuk van het arbeidsvoorwaardelijke overleg over de nieuwe pensioenregeling tussen sociale partners. Onder sociale partners wordt de werkgever(s-) en werknemers(vertegenwoordiging) / beroepspensioenvereniging verstaan. De werknemersvertegenwoordiging kan bestaan uit de vakbond(en), de ondernemingsraad, de personeelsvertegenwoordiging, personeelsvergadering en/of de werknemers. De werkgever(s)vertegenwoordiging kan bestaan uit individuele werkgevers of een brancheorganisatie of werkgeversvereniging.
In het arbeidsvoorwaardelijk maken sociale partners keuzes in het kader van de overstap naar een premieregeling met een leeftijdsonafhankelijke (vlakke) premie en de wijze waarop wordt omgegaan met de opgebouwde pensioenaanspraken- en rechten. Het transitieplan biedt inzicht in de gemaakte keuzes en de onderlinge samenhang.
Microlearning Transitieplan
In deze microlearning wordt het wettelijk kader besproken en een aantal aandachtspunten gegeven.

Iedere werkgever moet een transitieplan opstellen dat de basis vormt voor de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel. Het besluitvormingsproces met alle keuzes en de voor- en nadelen, overwegingen en berekeningen die ten grondslag liggen aan de transitie naar de nieuwe pensioenregeling zijn in het transitieplan opgenomen. Dit betekent dat het niet alleen gaat om het opnemen van het eindresultaat – de gemaakte keuzes – van het overleg tussen werkgever(s) en werknemers(vertegenwoordiging), maar ook om het beschrijven van de afwegingen die tot deze keuzes hebben geleid. In het transitieplan wordt gemotiveerd waarom de transitie (en daarmee het geheel aan gemaakte keuzes) leidt tot een evenwichtige overstap naar het nieuwe pensioenstelsel.
Kortom: het transitieplan bevat de verantwoording waarom a) gekozen is voor de betreffende invulling van de pensioenregeling, en b) sprake is van een evenwichtige overstap naar deze nieuwe pensioenregeling.
De werkgever is verantwoordelijk voor het tijdig en volledig opleveren van het transitieplan. Indien de werkgever is aangesloten bij een bedrijfstakpensioenfonds rust deze verplichting op de sociale partners, dit geldt voor verplicht aangesloten werkgevers, maar ook voor vrijwillig aangesloten werkgevers die willen aansluiten bij het transitieplan op sectoraal niveau. Bij een beroepspensioenfonds rust deze verplichting op de beroepspensioenvereniging.
Let op: Ook op de vrijwillig aangesloten werkgever rust de verplichting om te zorgen voor een evenwichtige transitie. Als de vrijwillig aangesloten werkgever van oordeel is dat de transitie evenwichtig is door aan te sluiten bij het transitieplan van de sociale partners, kan hij zich (gemotiveerd) aansluiten en hoeft er geen eigen transitieplan opgesteld te worden. Als de vrijwillig aangesloten werkgever verwacht dat de transitie onevenwichtig uitvalt als de sectorale afspraken één-op-één worden gevolgd dan moet deze werkgever een eigen transitieplan opstellen.
Lees hier meer over werkgevers met een vrijwillige aansluiting.
Informatiedocument
Het transitieplan is een waardevol instrument in het arbeidsvoorwaardelijke proces tussen werkgevers en werknemers. Via het hoorrecht kunnen ook representatieve verenigingen van pensioengerechtigden en/of gewezen deelnemers hun visie op het transitieplan geven. Ook voor de fondsdeelnemers is het transitieplan een belangrijk informatiedocument.
Aangezien het pensioenfonds de implementatie van de transitie en nieuwe pensioenregeling moet uitvoeren is intensieve afstemming met het pensioenfonds tijdens de arbeidsvoorwaardelijke fase essentieel.
Tijdspad
De werkgever (of sociale partners) zendt het transitieplan binnen twee weken na de afronding aan het pensioenfonds, maar uiterlijk 1 januari 2025. Het pensioenfonds stelt het transitieplan (en de bijlagen) beschikbaar voor de deelnemer, gewezen deelnemer, gewezen partner en pensioengerechtigden.
