In Nederland zijn de regelingen die het inkomen voor nabestaanden bij overlijden regelen verdeeld over drie pijlers: 

  • 1e Pijler: Overheid - De eerste pijler is de basisregeling vanuit de overheid: de Algemene nabestaandenwet (Anw). Bij het overlijden van een partner of het overlijden van één of beide ouders kan een nabestaande - als aan de voorwaarden is voldaan - aanspraak maken op een Anw-uitkering. Deze voorwaarden zijn erg streng en een Anw-uitkering is niet vanzelfsprekend. 
  • 2e Pijler: Werkgever - De tweede pijler is een nabestaandenpensioen bij de werkgever. Een nabestaandenpensioen is geen verplicht onderdeel van de pensioenregeling, maar wel gebruikelijk. Naast een nabestaandenpensioen kan een Anw-hiaatverzekering onderdeel zijn van de pensioenregeling. De Anw-hiaatverzekering dekt (deels) het inkomensverlies bij overlijden als er geen recht is op een Anw-uitkering vanuit de overheid. Dit komt vaak voor.  
  • 3e Pijler: Privé - De derde pijler bestaat uit aanvullende voorzieningen in de privésfeer. Denk aan (bank)sparen, lijfrente etc. 

Nabestaandenpensioen is het pensioen voor de partner (partnerpensioen) en de kinderen (wezenpensioen) bij overlijden van de werknemer eventueel aangevuld met een Anw-hiaatverzekering: de 2e pijler. Het wel of geen recht hebben op een nabestaandenpensioen en Anw-hiaatverzekering en de hoogte ervan hangt af van de overeengekomen pensioenregeling. 

Hieronder kunt u een microlearning bekijken waarin het nabestaandenpensioen op een duidelijke manier wordt uitgelegd.  

0:00
0:00
/
0:00