Flexibele premieregeling

In het nieuwe pensioenstelsel kan worden gekozen uit twee soorten premieregelingen: de solidaire premieregeling en de flexibele premieregeling. Net als in de solidaire premieregeling bouwt de pensioenfondsdeelnemer in de flexibele premieregeling een persoonlijk pensioenvermogen op.

In de flexibele premieregeling worden de premies belegd volgens een expliciete lifecycle. Als sociale partners hiervoor kiezen heeft de pensioenfondsdeelnemer hierbij keuze uit beleggingsprofielen of binnen bepaalde grenzen beleggingsvrijheid. Welke keuze de pensioenfondsdeelnemer heeft hangt af van wat sociale partners afspreken (en de pensioenuitvoerder aanbiedt). De flexibele premieregeling kent in beginsel een individuele risicotoedeling, waarbij de beleggingsresultaten direct doorwerken in het persoonlijke pensioenvermogen. Via de (optionele) risicodelingsreserve kunnen bepaalde risico’s – zoals de biometrische risico’s – collectief worden gedeeld. 

Op pensioendatum kan de deelnemer kiezen tussen een vaste of variabele pensioenuitkering, ongeacht of het pensioenfonds de gewenste variant aanbiedt. 

De flexibele premieregeling is uitgewerkt voor:

  • het (ver)delen van beleggingsresultaten en risico’s
  • de uitkeringsfase