Daar kunnen we heel kort over zijn: dit is de eerste grote aanpassing van ons pensioenstelsel sinds we in Nederland pensioen begonnen op te bouwen. Dat was ruim 100 jaar geleden. Niet lang daarna – in 1922 – werd de eerste pensioenwet aangenomen. Uiteraard is er sindsdien het een en ander veranderd. Maar een echt fundamentele wijziging van het pensioenstelsel zagen we nog niet eerder.
We gaan van het toezeggen van een pensioenuitkering naar een inspanningsverplichting om het pensioenkapitaal zo goed mogelijk te laten groeien. Oftewel: van een belofte naar een ambitie. Met dit kapitaal wordt namens de fondsdeelnemer belegt voor zijn/haar eigen pensioen. Het risico op een eventueel lager dan verwacht rendement komt geheel bij de fondsdeelnemer te liggen. Alle fondsdeelnemers gaan over naar een premieregeling, oftewel een Defined Contribution (DC) pensioenregeling. Dat is vooral voor fondsdeelnemers die nu pensioen opbouwen via een Defined Benefit (DB) pensioenregeling – met een pensioentoezegging – een grote stap. Een stap die vraagt om weloverwogen en duidelijke communicatie.
Het eerlijke verhaal
Het risico komt bij de fondsdeelnemers te liggen. En ‘risico’ ervaren mensen vaak als spannend. Bovendien wordt door sommige partijen in het publieke debat nogal eens het beeld geschetst dat het bestaande ‘oude’ stelsel beter is, en dus moet worden behouden. Daarom is het belangrijk om in de communicatie duidelijk te zijn. Over die mogelijke nadelen, zeker. Maar ook over de noodzaak van de transitie. En de voordelen van het nieuwe stelsel.
Te beginnen met de voordelen die er zijn ten opzichte van verder gaan met het oude stelsel. Want niets aan het stelsel doen was geen optie; daar zijn (bijna) alle pensioenspecialisten het over eens. Niets aan het stelsel doen zou het pensioen op termijn onbetaalbaar maken. Het was – en is – belangrijk om dat moment vóór te zijn. De beste veranderingen vinden plaats vóórdat de meeste mensen ze noodzakelijk achten. Preventief handelen eer het te laat is.
Het nieuwe pensioenstelsel is beter in lijn met ontwikkelingen in de maatschappij. Het oude stelsel werkte prima, zolang werknemers weinig of niet van werkgever wisselden. Op dat uitgangspunt was het huidige stelsel ook min of meer gebaseerd. Tegenwoordig is ‘een leven lang voor dezelfde baas werken’ eerder uitzondering dan regel. Dat vraagt om een veel flexibeler stelsel. Het oude stelsel is niet alleen oud, maar ook verouderd.
Het nieuwe pensioenstelsel geeft de fondsdeelnemer meer inzicht in zijn/haar eigen pensioen. Dat maakt het nieuwe stelsel niet alleen persoonlijker, maar ook transparanter.
Het nieuwe pensioenstelsel maakt pensioen in Nederland bovendien (weer) betaalbaar. De laatste jaren was het voor veel pensioenfondsen niet mogelijk de pensioenen te indexeren. Een aantal fondsen moest de (opgebouwde) pensioenen zelfs verlagen. Dit zorgde voor onvrede en onrust onder fondsdeelnemers; een logische reactie. Het zorgde er ook voor dat het vertrouwen in pensioenfondsen daalde. Fondsdeelnemers hadden het gevoel dat pensioenfondsen hun beloftes niet nakwamen. Ook die reactie is te begrijpen.
