Ons pensioenstelsel gaat veranderen. Het vernieuwde pensioenstelsel wordt persoonlijker, flexibeler en toekomstbestendiger, waardoor het beter aansluit bij de wensen van nu. Daarom worden de komende jaren alle pensioenregelingen aangepast.
We willen partijen ondersteunen bij de vertaling van de wetgeving naar de praktijk. Om je op weg te helpen hebben we diverse relevante onderwerpen in onderlinge samenhang zo begrijpelijk mogelijk uitgewerkt. De teksten worden regelmatig uitgebreid en geactualiseerd.
Maak een plan
Een projectplan en projectstructuur zijn handige hulpmiddelen bij het overzichtelijk maken van de transitie naar het vernieuwde pensioenstelsel.
Wat
In de komende jaren worden alle arbeidsvoorwaardelijke pensioenafspraken vernieuwd. Dit betekent dat u keuzes moet maken. Deze keuzes maakt u niet alleen. Mogelijk zijn ook andere ondernemingen aangesloten bij het ondernemingspensioenfonds. Andere betrokken partijen zijn natuurlijk de werknemersvertegenwoordiging en het pensioenfondsbestuur.
De werknemersvertegenwoordiging is de eerste gesprekspartner als het gaat over de arbeidsvoorwaarden. De werknemersvertegenwoordiging kunnen de vakbonden en/of de ondernemingsraad zijn. Hoewel de vakbonden en ondernemingsraad beide de belangen van de werknemers vertegenwoordigen, zijn er verschillen in het proces. Deze verschillen komen aan de orde in stap 2 (bevoegdheidsverdeling).
Het transitietraject gaat een aantal jaren duren. Vanwege de verschillende partijen, de complexiteit van de materie en de duur van het transitietraject is aandacht voor het proces essentieel.
Een projectstructuur en projectplan kunnen inzicht bieden in de te nemen stappen, het tijdpad, de rollen en verantwoordelijkheden en daarmee ook de benodigde (inhuur van extra) capaciteit. Wie neemt wanneer welk besluit? En wat is daarin de samenhang en wat zijn de onderlinge relaties/afhankelijkheden tussen partijen?
- [Document] PricewaterhouseCoopers – ‘Stappenplan voor werkgevers voor besluitvormingsproces arbeidsvoorwaarden’ TIP
- [Webinar] PricewaterhouseCoopers – ‘De impact van het pensioenakkoord: keuzes en strategisch HR-beleid’ (sheets)
- [Webcast] Willis Towers Watson ‘Welke stappen kunt u als werkgever zetten en hoe ziet het veranderplan eruit?’
- [Webinar] Deloitte ‘WTP werkgevers bij een pensioenfonds’ (sheets)
- [Webinar] Deloitte ‘WTP werkgever in de publieke sector’ (sheets)
- [Document] Pensioen Bestuur & Management – Erik Beckers ‘Doelmatig procesmanagement bij transitie naar nieuwe stelsel’
Het projectplan bevat de te nemen stappen en het tijdpad. De projectstructuur ziet op de governance: de inrichting van het besluitvormingsproces en de betrokkenheid van de verschillende stakeholders en overlegpartijen waarmee afstemming moet worden gezocht.
- [Document] Voorbeeld projectplan Montae & Partners ‘Blauwdruk’
- [Document] Voorbeeld projectplan Ortec Finance ‘Besluitvormingsproces uitwerking nieuw pensioencontract’
- [Document] Voorbeeld projectplan Aon ‘Integrale planning pensioenakkoord’
- [Document] Voorbeeld stappenplan Sprenkels &Verschuren ‘Invoering pensioenakkoord’
Bij de start van het traject is het goed om duidelijke afspraken te maken over het proces. Creëer een duidelijk beeld van verantwoordelijkheden en bevoegdheden (stap 2). Besteed aandacht aan hoe (efficiënt) geïnvesteerd kan worden in kennisontwikkeling (stap 3). Neem deze elementen mee in het projectplan. Daarnaast kunt u aan de slag met het bepalen van de uitgangspunten, de visie op pensioen als arbeidsvoorwaarde en de te nemen besluiten in de arbeidsvoorwaardelijke fase (stap 4). Deze én andere stappen zijn uitgewerkt op dit informatieplatform.
Waarom
Inzicht in de te nemen stappen, het tijdpad, betrokken stakeholders/overlegpartijen/uitbestedingspartijen is essentieel. Samen met de benodigde kennis en capaciteit is het een voorwaarde voor een gestructureerde werkwijze en efficiënt besluitvormingsproces.
Het projectplan en de projectstructuur samen hebben tot doel tijdig te komen tot zorgvuldige en gedragen besluiten. Besluiten die leiden tot een pensioenregeling in het vernieuwde pensioenstelsel met als einddoel een gewijzigde pensioenregeling die gedragen, evenwichtig en (technisch) uitvoerbaar is tegen acceptabele kosten. Deze besluiten moeten binnen de daarvoor gestelde wettelijke termijnen worden genomen.
Bij het transitietraject zijn veel partijen betrokken, zij het in verschillende fases en in verschillende mate. Verbinding met al deze partijen is belangrijk. In eerste instantie tussen werkgever en werknemersvertegenwoordiging, maar ook breder. Al snel komt het pensioenfonds in zicht, en daarbij ook partijen als de pensioenuitvoeringsorganisatie, vermogensbeheerder en adviseurs van het pensioenfonds. Al deze partijen hebben een rol bij de (benodigde onderbouwing van de) besluitvorming. De mate van verbinding bepaalt de mate van sturing op het tijdsaspect en daarmee het verloop van het gehele transitietraject.
Tip: Het projectplan kan worden gebruikt om het besluitvormingsproces vast te leggen. Het documenteren van de besluitvorming en de overwegingen is handig om terug te kijken, maar kan ook worden gebruikt om anderen mee te nemen in het proces.
Wie
Zowel de werkgever en werknemersvertegenwoordiging als het pensioenfondsbestuur kunnen het initiatief nemen om een eerste voorstel te maken voor een projectplan. Er kunnen verschillende projectplannen en projectstructuren zijn. Deze overlappen waar partijen samenwerken, maar zijn ook deels afzonderlijk. Denk aan de afstemming met de interne geledingen van een partij. Deze interne afstemming bij andere partijen is wellicht inhoudelijk minder interessant, maar voor wat betreft het tijdsaspect wel degelijk relevant.
Het afstemmen van (de verschillende) projectplannen en projectstructuren met de betrokken partijen draagt bij aan een realistisch tijdpad met voldoende ruimte voor zowel onderlinge als interne afstemming.
Wanneer
In het wetsvoorstel Wet toekomst pensioenen zijn uiterste deadlines opgenomen. Voor 1 januari 2027 moeten alle pensioenregelingen zijn ondergebracht in het vernieuwde pensioenstelsel. Dat lijkt ver weg, maar gezien de hoeveelheid besluiten en de complexe materie is het tijdpad relatief kort.
Om de uiterste deadline van 1 januari 2027 te halen, moeten de keuzes aan de arbeidsvoorwaardetafel (inclusief de afstemming met alle betrokken partijen) uiterlijk 1 januari 2025 gemaakt zijn en zijn vastgelegd in een transitieplan. Het is zaak de benodigde tijd voor de besluitvorming van de betrokken partijen waarmee overleg/afstemming nodig is in een zo vroeg mogelijk stadium in kaart te brengen. Een projectstructuur en projectplan zijn hierbij handige hulpmiddelen.
Een projectplan is bovendien een levend document en kan steeds verder worden uitgewerkt dan wel aangepast naarmate er meer bekend wordt.
Tip: 1 januari 2027 is een uiterste datum. Er kunnen goede redenen zijn om eerder over te stappen naar een pensioenregeling onder het vernieuwde pensioenstelsel. Op basis van het wetsvoorstel is een overstap mogelijk vanaf 2023. Het opstellen van een projectplan maakt inzichtelijk wat voor de betrokken partijen in de praktijk haalbaar is. Ook om deze reden is het raadzaam één en ander in kaart te brengen.
Hoe
Een projectorganisatie en projectplan kennen een bepaalde structuur of opbouw. De omvang en inhoud zullen per situatie verschillen. Hieronder enkele documenten ter inspiratie.
- [Document] PricewaterhouseCoopers – ‘Stappenplan voor werkgevers voor besluitvormingsproces arbeidsvoorwaarden’ TIP
- [Webinar] PricewaterhouseCoopers – ‘De impact van het pensioenakkoord: keuzes en strategisch HR-beleid’ (sheets)
- [Webcast] Willis Towers Watson ‘Welke stappen kunt u als werkgever zetten en hoe ziet het veranderplan eruit?’
- [Webinar] Deloitte ‘WTP werkgevers bij een pensioenfonds’ (sheets)
- [Webinar] Deloitte ‘WTP werkgever in de publieke sector’ (sheets)
- [Document] Pensioen Bestuur & Management – Erik Beckers ‘Doelmatig procesmanagement bij transitie naar nieuwe stelsel’
- [Document] Voorbeeld projectplan Montae & Partners ‘Blauwdruk’
- [Document] Voorbeeld projectplan Ortec Finance ‘Besluitvormingsproces uitwerking nieuw pensioencontract’
- [Document] Voorbeeld projectplan Aon ‘Integrale planning pensioenakkoord’
- [Document] Voorbeeld stappenplan Sprenkels &Verschuren ‘Invoering pensioenakkoord’
- [Video] Aon ‘Tijdlijn pensioenakkoord’
- [Document] Sprenkels & Verschuren ‘Projectrisicoanalyse implementatie Wet toekomst pensioenen’
- [Document] Pensioen Bestuur & Management – Bram Stegeman & Albert Smolenaers ‘Vertraging WTP staat warming up niet in de weg’
Samen ben je verantwoordelijk
Breng in kaart wie wanneer welke rol/verantwoordelijkheid heeft en werk vanaf de start samen.
Wat
Gezamenlijke verantwoordelijkheid
Pensioen is een belangrijke arbeidsvoorwaarde. De arbeidsvoorwaarde pensioen zal met de komst van de Wet toekomst pensioenen ingrijpend wijzigen: alle pensioenregelingen in Nederland zullen worden aangepast. Een dergelijke aanpassing doet u niet alleen. Omdat pensioen een arbeidsvoorwaarde is, overlegt u hierover met werknemersvertegenwoordigers.
Daarnaast speelt het ondernemingspensioenfonds een belangrijke rol. Het pensioenfondsbestuur moet ook besluiten nemen en kan daarnaast faciliterend zijn in het proces. Vanuit hun rol hebben werkgever(s) en werknemersvertegenwoordiging (vakbonden en/of ondernemingsraad) en pensioenfondsbestuur bepaalde bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Omdat de keuzes van de ene partij invloed hebben op (de kaders van) de te maken keuzes door de andere partij, is vanaf het begin van het transitieproces voortdurende afstemming en samenwerking nodig. Inzicht in de onderlinge samenhang/afhankelijkheden van de bij het transitietraject betrokken partijen is noodzakelijk om de transitie goed te kunnen doorlopen.
Wie is wanneer aan zet? Wanneer dienen partijen te schakelen? Welke informatie moet het pensioenfondsbestuur aanleveren zodat u als werkgever (samen met de werknemersvertegenwoordiging) geïnformeerd keuzes kunnen maken?
Bevoegdheidsverdeling
Om het proces goed te laten verlopen, is een gelijk beeld over de rolverdeling, de invulling daarvan, de waarde en noodzaak van het gezamenlijke proces van belang. Hoewel de sociale partners en het pensioenfondsbestuur gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor het eindresultaat, hebben zij zelfstandige rollen en bevoegdheden in het transitietraject.
Voor het besluitvormingstraject is het essentieel dat de rollen en bevoegdheden van partijen over en weer helder zijn.
Het wetsvoorstel Wet toekomst pensioenen beoogt geen wijziging in de bestaande bevoegdheidsverdeling tussen de sociale partners en het pensioenfondsbestuur. De transitie naar het vernieuwde pensioenstelsel brengt wel nieuwe vraagstukken met zich mee rondom de bevoegdheidsverdeling. Denk aan onderwerpen als contractkeuze, afschaffen doorsneepremie, invaren, compensatie, solidariteitsreserve en risicohouding.
Werkgever(s) en vakbond(en)
Als er een cao is waarin werkgever(s) en vakbonden afspraken hebben gemaakt over de arbeidsvoorwaarde pensioen, dan zijn zij (voor die afspraken) de sociale partners waarmee het ondernemingspensioenfonds te maken heeft.
Onderstaand schema schetst in globale zin de bevoegdheidsverdeling tussen de sociale partners en het pensioenfondsbestuur, maar laat de gezamenlijke verantwoordelijkheid onverlet.
Inzicht in de onderlinge samenhang van bevoegdheden is belangrijk. Zo ligt de bevoegdheid tot het bepalen van de inhoud van de pensioenregeling bij sociale partners. Bij de opdrachtaanvaarding dient het pensioenfondsbestuur de afspraken gemaakt door sociale partners echter te toetsen op het voldoen aan wet- en regelgeving, de uitvoerbaarheid, de uitlegbaarheid en de beleidsdoelstellingen en uitgangspunten van het pensioenfonds (stap 4). Voor een efficiënt proces is het verstandig dat werkgever(s)/sociale partners zich tijdig vergewissen van wat de toetsingscriteria zijn waaraan de pensioenregeling moet voldoen wil het pensioenfondsbestuur de opdracht van sociale partners kunnen aanvaarden.
Het is aan te raden om vooraf de gezamenlijke bevoegdheden/verantwoordelijkheden met elkaar af te stemmen zodat duidelijk is wie wat wanneer moet doen én wanneer te overleggen.
Werkgever en ondernemingsraad
Mocht er geen cao zijn of zijn er buiten de cao om afspraken gemaakt die het pensioenfonds uitvoert, dan zal de ondernemingsraad betrokken zijn en samen met de werkgever(s) de sociale partners vormen.
Op grond van artikel 27 lid 1 van de Wet op de ondernemingsraden (WOR) heeft de ondernemingsraad instemmingrecht voor elk voorgenomen besluit van de werkgever tot vaststelling, wijziging of intrekking van de pensioenregeling.
Het instemmingsrecht ziet op twee aspecten van de arbeidsvoorwaarde pensioen:
- De pensioenregeling (de pensioenovereenkomst)
De pensioenregeling gaat over de inhoud: welk pensioensysteem wordt toegepast, wat is de pensioenopbouw per jaar, hoe is het partnerpensioen geregeld, wat is de eigen bijdrage et cetera?
De ondernemingsraad heeft hier een volledig instemmingsrecht. Een wijziging van de pensioenregeling is dus pas mogelijk na instemming van de ondernemingsraad.
- De pensioenuitvoering (de pensioenuitvoeringsovereenkomst)
De pensioenuitvoering gaat over de vraag wie de pensioenregeling uitvoert.
De ondernemingsraad heeft hier een instemmingsrecht op die bepalingen in de uitvoeringsovereenkomst die van invloed zijn op de pensioenovereenkomst. Denk aan de keuze voor een bepaalde uitvoerder, de manier waarop de premie vastgesteld wordt en de wijze waarop indexatie is geregeld. De werkgever en ondernemingsraad dienen samen af te spreken op welke bepalingen het instemmingsrecht van toepassing is.
Instemming gaat over de inhoud van de pensioenregeling én over de keuze van de pensioenuitvoerder
Voor instemming (of het onthouden daarvan) door de ondernemingsraad op de wijziging van de arbeidsvoorwaarde pensioen, is een voorgenomen besluit nodig van de werkgever. De werkgever moet het instemmingsverzoek doen op een moment dat de ondernemingsraad nog wezenlijke invloed kan uitoefenen op de inhoud van het besluit. Het vroegtijdig meenemen van de ondernemingsraad in de te maken keuzes draagt bij aan de rol van de ondernemingsraad om te helpen bij het goed functioneren van de onderneming in al haar doelstellingen én het vertegenwoordigen van alle werknemers.
Let op: Instemming van de ondernemingsraad bindt de individuele werknemers niet. Er is zowel instemming van de ondernemingsraad als van de individuele werknemers nodig.
- [Webinar] Deloitte ‘Arbeidsrechtelijke aspecten WTP’ (sheets)
- [Document] Willis Towers Watson, Willem Eikelboom en Wichert Hoekert 'het pensioenakkoord een breder arbeidsvoorwaardelijke perspectief is gewenst'
- [Document] PricewaterhouseCoopers – ‘Governance bij overgang naar nieuw pensioencontract’
- [Webcast] Willis Towers Watson ‘Wat zijn de gevolgen voor de verantwoordelijkheidsverdeling: het keuzepalet’
- [Document] Willis Towers Watson ‘Pensioenakkoord: de verantwoordelijkheidsverdeling’
- [Document] Pensioen Bestuur & Management – Edward Mulder ‘Governance en tijdslijnen’
Pensioengerechtigden en slapers
De keuzes die werkgever(s) en werknemersvertegenwoordiging maken in het transitietraject op weg naar een vernieuwde pensioenregeling, hebben ook gevolgen voor pensioengerechtigden en slapers. Denk aan de wijze waarop wordt omgegaan met opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenrechten (invaren), het initiële vullen van de solidariteitsreserve of de vormgeving van de eventuele compensatie.
De belangen van pensioengerechtigden en slapers worden meegenomen in de besluitvorming. Een evenwichtige belangenafweging is het uitgangspunt bij de te maken keuzes door werkgever(s) en werknemersvertegenwoordiging. De overwegingen die aan de keuzes ten grondslag liggen en de effecten van die keuzes, dienen in het transitieplan te worden uitgewerkt.
Hoorrecht
Een eventueel oordeel van een vereniging van pensioengerechtigden of gewezen deelnemers is niet bindend, maar geeft sociale partners, werkgever of beroepspensioenvereniging wel de mogelijkheid om bij de belangenafweging de ingebrachte standpunten van deze verenigingen te beoordelen en te wegen bij het finaliseren van het transitieplan.
De functie van het hoorrecht is aldus tweeledig: enerzijds dient het als informatievoorziening richting belanghebbenden in een vroeg stadium van de transitie en anderzijds dwingt het sociale partners ertoe de belangen van belanghebbenden zichtbaar mee te wegen in het transitieplan.
MvT Consultatiewetgeving, p. 84
Als (extra) waarborg voorziet het wetsvoorstel Wet toekomst pensioenen in een hoorrecht voor representatieve verenigingen van pensioengerechtigden en/of slapers op het transitieplan. Op verzoek worden zij door sociale partners gehoord dan wel in de gelegenheid gesteld een schriftelijke inbreng te geven op het transitieplan. Wanneer er sprake is van een representatieve vereniging zal in de lagere wetgeving worden uitgewerkt. Wanneer er sprake is van een representatieve vereniging – een vereniging die een substantieel deel vertegenwoordigt – zal in de lagere wetgeving worden uitgewerkt.
Tip: Vraag als sociale partners bij het pensioenfonds na of er verenigingen van pensioengerechtigden en/of slapers zijn.
Tip: Ook bij een lage(re) representativiteitsgraad of het ontbreken van een vereniging kan het pensioenfondsbestuur wellicht faciliteren bij het betrekken van pensioengerechtigden/slapers bij het arbeidsvoorwaardelijke deel van de transitie.
Krachtenveld
Sociale partners en het pensioenfondsbestuur zijn de primaire partijen in het besluitvormingsproces. Zij opereren echter niet in een vacuüm. Zij hebben te maken met een (eigen) krachtenveld: interne organen, de uitvoering (uitbestedingspartijen), achterban/belanghebbenden, externe toezichthouders, politiek/maatschappelijk draagvlak etc. Maar ook met praktische kaders als financiële mogelijkheden, het aflopen van de cao, toekomstperspectief van het pensioenfonds etc.
Het aan het begin van het transitietraject inventariseren van het krachtenveld en het tijdig meenemen (informeren/ consulteren) van de relevante partijen heeft belangrijke voordelen voor zowel het draagvlak als het efficiënt doorlopen van het besluitvormingsproces.
- [Webinar] Kool Corporate Communication ‘Krachtenveldanalyse’
- [Video] Montae & Partners ‘Stakeholdermanagement’
Belangrijke stakeholders zijn bijvoorbeeld de uitbestedingspartijen van het pensioenfonds. De basis moet goed zijn: is de dienstverlening door de huidige uitbestedingspartijen voor de komende jaren zeker? Zitten er specifieke voorwaarden aan het voortzetten van de dienstverlening? Wanneer is de (deelnemers)administratie bij de pensioenuitvoeringsorganisatie gereed voor de overgang op een ander pensioencontract? De (on)mogelijkheden bij uitbestedingspartijen van het pensioenfonds zullen mede bepalen welke concrete keuzes er bij sociale partners voorliggen.
- [Video] SPO Perform – Interview Wim Henk Steenpoorten ‘Rol uitvoerder bij transitie’
- [Document] 'Joke Westenbrink (TKP) en Joost Petit (APG) 'Uitvoeringsorganisaties verkennen samen uitdagingen van nieuwe pensioenstelsel'
- [Video] Stichting van de Arbeid – Interview Frits Bart en Jochem Dijckmeester ‘Rol van pensioenuitvoeringsorganisaties’
- [Video] Stichting van de Arbeid, Interview Arno IJmker en Eus Pontenagel ‘Belang andere inrichting pensioenadministratie’
- [Document] Pensioen Bestuur & Management – Arjan van de Griend en Lieke Werner ‘Uitvoering verandert in nieuwe pensioenstelsel’
- [Document] Pensioen Bestuur & Management – Linda Verweerde en Jeroen van Schaik ‘No regrets bij implementatie pensioenakkoord’
PGGM over welke vragen sociale partners en/of pensioenfondsbesturen aan de pensioenuitvoeringsorganisatie zouden kunnen stellen ten aanzien van de uitvoering/uitvoerbaarheid van de transitie naar het vernieuwde pensioenstelsel?
- “Wat is een realistische tijdsplanning? Bij een te noemen geambieerde transitiedatum: welke keuzes moeten per wanneer definitief zijn gemaakt om voldoende doorlooptijd te hebben voor de uitvoering van de transitie?
- Welke criteria worden toegepast ten aanzien van uitvoerbaarheid?
- Wat zijn vanuit uitvoeringsperspectief de belangrijkste factoren die van invloed zijn op de complexiteit van de uitvoerbaarheid en de uitlegbaarheid van de transitie?
- Op welke onderwerpen men wanneer verdiepende informatie wenst te ontvangen.”
Waarom
Een goede voorbereiding op de komende wijzigingen kost tijd en zorgt ervoor dat alle bij het transitietraject betrokken partijen afgewogen besluiten kunnen nemen. Een goede voorbereiding begint met duidelijkheid over het proces, de rollen en verantwoordelijkheden.
Onvoldoende samenwerking c.q. kennis van ieders rol kan in het uiterste geval leiden tot een situatie dat het pensioenfonds de opdracht van sociale partners niet kan aanvaarden omdat deze niet voldoet aan de toetsingscriteria waar het pensioenfonds op grond van artikel 102a PW aan moet toetsen.
Sociale partners zullen dan (deels) terug moeten naar de tekentafel. Dit is voor iedereen een ongewenste situatie die tijd kost die je niet hebt voorzien en mogelijk ook niet hebt
Efficiency:
Het in kaart brengen van de bevoegdheidsverdeling en het krachtenveld geeft inzicht. Dit inzicht is behulpzaam bij het opstellen van bijvoorbeeld een projectplan en projectstructuur (stap 1) en het inschatten van de benodigde tijd en informatie voor het maken van de verschillende keuzes gedurende het transitietraject.
Draagvlak:
Naast efficiency biedt duidelijkheid rondom bevoegdheden en proces ook rust. Wie is wanneer aan zet, wanneer dienen partijen te schakelen, welke informatie dienen sociale partners aan het pensioenfondsbestuur te vragen om geïnformeerde keuzes te kunnen maken et cetera? Maar ook het meenemen van een vereniging van pensioengerechtigden en/of slapers draagt bij aan het begrip voor gemaakte keuzes en daarmee aan het draagvlak.
Wie
Uiterlijk 1 januari 2025 moet de arbeidsvoorwaardelijke fase zijn afgerond en het transitieplan zijn opgesteld. Doel van deze deadline is dat iedereen voor 1 januari 2027 de overstap naar het vernieuwde pensioenstelsel heeft gemaakt.
Volgens het wetsvoorstel is een overstap naar het vernieuwde pensioenstelsel overigens vanaf 2023 al toegestaan. Hoe eerder u inzicht heeft in de bevoegdheidsverdeling, des te eerder u inzicht heeft in het proces en het tijdpad kunt uitzetten.
Wanneer
Het is duidelijk dat wanneer het gaat om de eigen bevoegdheden deze vanaf de start helder in beeld moeten zijn. Hetzelfde geldt voor de gezamenlijke verantwoordelijkheid. Wie het initiatief neemt tot het in kaart brengen van de bevoegdheidsverdeling en de onderlinge samenhang – sociale partners of het pensioenfondsbestuur – is om het even, zolang het resultaat is afgestemd en getoetst. Afgestemd tussen sociale partners en het pensioenfondsbestuur, afgestemd met interne organen/ partijen/ belanghebbenden en getoetst aan wet- en regelgeving. Deze afstemming zal bijdragen aan het draagvlak. Een gezamenlijke verantwoordelijkheid en erkenning van het belang van afstemming en informatievoorziening volgen op een rolverdeling die alle partijen onderschrijven.
Hoe
Hieronder enkele handreikingen ter suggestie/ inspiratie:
- [Webinar] Deloitte ‘Arbeidsrechtelijke aspecten WTP’ (sheets)
- [Document] Willis Towers Watson, Willem Eikelboom en Wichert Hoekert 'het pensioenakkoord een breder arbeidsvoorwaardelijke perspectief is gewenst'
- [Document] PricewaterhouseCoopers – ‘Governance bij overgang naar nieuw pensioencontract’
- [Webcast] Willis Towers Watson ‘Wat zijn de gevolgen voor de verantwoordelijkheidsverdeling: het keuzepalet’
- [Document] Willis Towers Watson ‘Pensioenakkoord: de verantwoordelijkheidsverdeling’
- [Document] Pensioen Bestuur & Management – Edward Mulder ‘Governance en tijdslijnen’
- [Webinar] Kool Corporate Communication ‘Krachtenveldanalyse’
- [Video] Montae & Partners ‘Stakeholdermanagement’
- [Video] SPO Perform – Interview Wim Henk Steenpoorten ‘Rol uitvoerder bij transitie’
- [Document] 'Joke Westenbrink (TKP) en Joost Petit (APG) 'Uitvoeringsorganisaties verkennen samen uitdagingen van nieuwe pensioenstelsel'
- [Video] Stichting van de Arbeid – Interview Frits Bart en Jochem Dijckmeester ‘Rol van pensioenuitvoeringsorganisaties’
- [Video] Stichting van de Arbeid, Interview Arno IJmker en Eus Pontenagel ‘Belang andere inrichting pensioenadministratie’
- [Document] Pensioen Bestuur & Management – Arjan van de Griend en Lieke Werner ‘Uitvoering verandert in nieuwe pensioenstelsel’
- [Document] Pensioen Bestuur & Management – Linda Verweerde en Jeroen van Schaik ‘No regrets bij implementatie pensioenakkoord’
- [Document] Pensioen Bestuur & Management - Marleen Veldhuis-Buijsman ‘Pak de aandacht van jongeren: vier learnings uit de praktijk’
Kennis opdoen en delen is belangrijk
Kennis is de basis van een goede besluitvorming. Ontdek hoe verschillende onderwerpen met elkaar samenhangen.
(Algemeen) kennisniveau
Kennis vormt de basis voor besluitvorming over de inrichting van de pensioenregeling van de fondsdeelnemers voor de komende decennia. Denk daarbij aan kennis van de huidige pensioenregeling, kennis van de rollen en bevoegdheden van alle betrokken partijen, kennis van de nieuwe contractvormen onder de Wet toekomt pensioenen, kennis van vermogensbeheer (meer focus op beleggingen en (de toedeling van) rendementen) én kennis van de stappen/te maken keuzes op weg naar een andere pensioenregeling. Welke kennis benodigd is, verschilt per arbeidsvoorwaardentafel (en pensioenfonds). De impact van de nieuwe regels is niet voor iedereen hetzelfde.
Wat is de pensioendoelstelling? Wat zijn de belangrijkste uitgangspunten voor de nieuwe collectieve pensioenregeling? Wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen de contractvormen (solidaire premieregeling versus flexibele premieregeling)? Maar ook: wordt de huidige pensioenregeling uitsluitend aangepast omdat het moet of (ook) omdat de pensioenwensen zijn veranderd? Een uiteindelijke contractkeuze die tot herkenbare en herleidbare uitkomsten leidt en gebaseerd is op gedeelde uitgangspunten, verhoogt de kans op brede acceptatie van die keuze.
Tip: Breng (samen met de werknemersvertegenwoordiging) in kaart op welke onderwerpen bij wie sprake is van kennisleemte en pak dit gezamenlijk op.
Naast het bieden van verschillende webinars, podcasts, documenten etc. per onderwerp, zijn er ook diverse handreikingen beschikbaar die meerdere onderwerpen omvatten. Hieronder treft u de verschillende handreikingen aan ter inspiratie aan; eerst de handreikingen die meerdere onderwerpen samen adresseren en vervolgens per onderwerp.
Meerdere onderwerpen
Onderstaande handreikingen adresseren meerdere onderwerpen die aan de orde komen of zullen komen in het transitietraject.
- [Webcast] Willis Towers Watson ‘Algemene toelichting consultatiedocumenten Pensioenfondsen’
- [Document] Pensioen Bestuur & Management – Janse en de Ruiter ‘Veel keuzes bij implementatie nieuwe pensioenwet’
- [Webinar] Sprenkels & Verschuren ‘De inrichting van het pensioencontract’ (sheets)
- [Webcast] First Pensions ‘Voorbereidingsfase: Handvaten en risico’s’
- [Document] Pensioenmagazine – Agnes Joseph en Lieke Werner ‘3 tips voor de uitkeringsfase van het nieuwe pensioencontract’
- [Video] HVG Law en EY 'Webinar Nu aan de slag voor een nieuw pensioenstelsel in 2026' d.d. 21-10-2020 (sheets)
- [Video] HVG Law en EY 'Webinar: Van hoofdlijnennotitie naar wetgeving' (sheets)
- [Webinar] VNO-NCW 'Aan de slag met het pensioenakkoord' d.d. 20 januari 2022 VNO-NCW en MKB Nederland, Susan Bruning
- [Webinar] VNO-NCW 'Aan de slag met het pensioenakkoord' d.d. 15 februari 2022 VNO-NCW en MKB Nederland, Susan Bruning
- [Podcast] Jannie Benedictus in gesprek met werkgevers, experts en andere betrokkenen over het nieuwe pensioenstelsel
In de Videoserie van Cardano ‘Ons Pensioen: De grote oversteek’ over het nieuwe pensioencontract komen al veel onderwerpen aan de orde. Om de vertaling naar de praktijk te maken, worden drie deelnemers van het fictieve pensioenfonds ‘Ons Pensioen’ gevolgd. Op tien cruciale onderdelen van de pensioentransitie worden de keuzes geschetst die voorliggen én de gevolgen in de praktijk voor de deelnemers Julia (30), Maya (50) en Olivier (68).
- [Video] Cardano Aflevering 1 – Roel Mehlkopf ‘Welk pensioencontract kiezen we’
- [Video] Cardano Aflevering 2 – Pim van Diepen ‘Projectierendement en spreiden’
- [Video] Cardano Aflevering 3 – Roel Mehlkopf ‘Renterisico’s in het nieuwe stelsel’
- [Video] Cardano Aflevering 4 – Pim van Diepen ‘Inflatierisico’s’
- [Video] Cardano Aflevering 5 – Noortje de Beijer ‘Beschermings- en overrendement’
- [Video] Cardano Aflevering 6 – Roel Mehlkopf ‘Solidariteitsreserve’
- [Video] Cardano Aflevering 7 – Noortje de Beijer ‘Invaren’
- [Document] Cardano Whitepaper ‘De grote oversteek’
Keuze pensioencontract
De belangrijkste keuze voor sociale partners is misschien wel de keuze voor het nieuwe pensioencontract. Wat zijn de verschillen tussen de solidaire pensioenovereenkomst en de flexibele premieovereenkomst? En wat zijn de overeenkomsten tussen de beide pensioencontracten? Maar bijvoorbeeld ook: wordt de huidige pensioenregeling uitsluitend aangepast omdat het moet of ook omdat de pensioenwensen bij sociale partners zijn veranderd?
- [Document] Pensioen Bestuur & Management – Gosse Alserda, Arjen Tebbenhof en Jenze Sibma ‘Drie misverstanden rondom keuze tussen NPC en WVP’
- [Video] Achmea Pensioenservices – Agnes Joseph ‘2 contracten pensioenakkoord’
- [Webinar] Pensioenfederatie 'Masterclass Contractkeuze' (sheets)
Naast de te maken keuze voor het pensioencontract moeten er uiteraard nog meer keuzes worden gemaakt op een aantal andere onderwerpen. Hoewel deze onderwerpen geen eigen stappenplan hebben en veel onderwerpen pas in de volgende fase aan bod komen, is het ook goed om te kijken naar het kennisniveau op deze onderwerpen.
Transitie-FTK
Een vraag die zich al snel aandient op de bestuurstafel is of er, na overleg met sociale partners, gebruik zal worden gemaakt van het transitie-FTK. Het is aan het pensioenfondsbestuur om te beoordelen of het gebruik van het transitie-FTK gerechtvaardigd en evenwichtig is. Voor het gebruik van het transitie-FTK is overigens niet vereist dat zekerheid is over het invaren, maar er moet wel een voornemen tot invaren zijn.
NB: Het gebruik van het transitie-FTK is niet verplicht! Er kan ook voor worden gekozen om de regels van het huidige financieel toetsingskader te blijven toepassen.
- [Video] Montae & Partners - Talkshow ‘Transitie-FTK’
- [Video] Achmea Pensioenservices – Agnes Joseph ‘Transitie-FTK’
- [Document] Ortec Finance ‘Onderbouwing vereist in keuze voor Transitie-ftk’
- [Document] Sprenkels & Verschuren ‘ALM in het transitie-FTK’
Invaren (of niet)?
In het vernieuwde pensioenstelsel bouwt straks iedereen pensioen op volgens de dan geldende pensioenregels. Het pensioen dat tot het moment van overgang is opgebouwd onder het huidige pensioenstelsel, kan worden overgedragen naar het vernieuwde pensioenstelsel. Dat wil zeggen dat de regels van het nieuwe pensioenstelsel ook van toepassing worden op het pensioen dat al is opgebouwd, het zogenoemde invaren. Het standaardpad is invaren, maar er kunnen ook ongewenste effecten optreden waardoor invaren niet verstandig is.
- [Video] Microlearning Montae & Partners ‘Invaren’
- [Video] Microlearning Montae & Partners ‘Invaren II’
- [Document] BMO Global Asset Management ‘Het transitie-ftk komt eraan’
- [Document] PricewaterhouseCoopers – ‘Buy out en carve out mogelijkheden pensioenakkoord’
- [Video] Webinar KPS – Sacha Hoogdalem, Ortec ‘Technische aspecten van de transitie en het invaren’ (sheets)
- [Document] Netspar Anne Balter, Jan Bonenkamp en Bas Werker ‘Transitie: gevoeligheid voor veronderstellingen en omstandigheden’
- [Document] S.H. Kuiper en M.M. Koomen, 'Wet toekomst pensioenen - invaren!' in Arbeidsrecht 2021/15
- [Document] HVG Law 'Whitepaper: Het nieuwe pensioenstelsel - weet u al wat de beste oplossing is.'
- [Document] Willis Towers Watson, Wichert Hoekert en Heino de Geus 'Pensioenakkoord: het belang van datakwaliteit bij invaren'
Vermogensbeheer
In stap 5 wordt het onderwerp ‘risicohouding en het risicopreferentie-onderzoek’ uitgelicht. Er zitten uiteraard meer aspecten aan het vermogensbeheer in het vernieuwde pensioenstelsel. Hoewel vermogensbeheer voornamelijk bij het pensioenfonds ligt, kan het raadzaam zijn om ook op dit onderwerp kennis te vergaren. De keuze voor het pensioencontract heeft ook implicaties voor (de inrichting van) het beleggingsbeleid.
Algemeen vermogensbeheer/ beleggingsbeleid
- [Video] Microlearning Montae & Partners ‘Vermogensbeheer’
- [Webinar] Montae & Partners ‘Pensioenakkoord & Vermogensbeheer’
- [Video] AethiQs ‘Beleggen onder de Wet toekomst pensioenen’
- [Video] BMO Global Asset Management Macro Outlook Seminar ‘Pensioenakkoord, verwachte beleggingsimplicaties en de consequenties voor pensioenfondsen’
- [Document] Achmea Pensioenservices ‘Analyse uitwerking pensioenakkoord – Effecten op het beleggingsproces’
- [Document] BMO Global Asset Management ‘Beleggingsimplicaties op hoofdlijnen’
- [Document] Sprenkels & Verschuren ‘Beleggen in het nieuwe pensioencontract’
- [Document] Pensioen Bestuur & Management – O. Steenbeek ‘Gevolgen NPC voor beleggingsbeleid’
- [Document] Eikelboom en Barentsen - Achmea Investment Management ‘Uitwerking pensioenakkoord: effecten op het beleggingsproces’
- [Document] Netspar Agnes Joseph, Antoon Pelsser en Lieke Werner ‘Beleggingsbeleid bij onzekerheid over risicobereidheid en budget’
- [Podcast] Willis Towers Watson ‘Gevolgen pensioenakkoord voor de beleggingsportefeuille’
- [Document] Sprenkels & Verschuren ‘Life-cycle beleggen uitgelegd’
Opheffen leenstrictie
Solidariteitsreserve
De solidariteitsreserve is een verplicht onderdeel binnen de solidaire premieovereenkomst en een mogelijkheid binnen de flexibele premieovereenkomst. De inrichting van de solidariteitsreserve zal aan een aantal wettelijke regels moeten voldoen. De belangrijkste zijn dat de afspraken over de solidariteitsreserve in zijn geheel evenwichtig moeten zijn, dat de solidariteitsreserve niet negatief mag zijn en er een bovengrens zal gelden van 15% van het totale fondsvermogen.
- [Document] Netspar Servaas van Bilsen, Roel Mehlkopf en Antoon Pelsser - ‘De voordelen van de solidariteitsreserve ontrafeld’
- [Document] Aegon Asset Management ‘Pensioenakkoord uitgelegd Deel 6: Solidariteitsreserve’
Compensatie
In het wetsvoorstel Wet toekomst pensioenen is bepaald dat er een compensatieregeling wordt getroffen om eventuele nadelen van de overstap naar het vernieuwde pensioenstelsel (deels) te compenseren. Deze compensatieregeling duurt tot maximaal 2036. Kostenneutraliteit is hierbij het uitgangspunt. Daarnaast wordt de fiscaal gefaciliteerde maximale vlakke premie tijdelijk met 3 %-punt verhoogd.
- [Webcast] First Pensions ‘Wet Toekomst Pensioenen – Invaren en compensatie’
- [Document] Netspar Dick Boeijen, Chantal de Groot, Mark Heemskerk, Niels Kortleve, René Maatman ‘Compensatie bij afschaffing doorsneesystematiek’
Fiscale kaders
In het vernieuwde pensioenstelsel zal in alle gevallen eenzelfde maximale leeftijdsonafhankelijke premie gelden waar er nu nog aparte fiscale kaders zijn voor een middelloonregeling of een beschikbare premieregeling.
- [Document] Netspar Bastiaan Starink en Michael Visser ‘Inrichting fiscaal kader bij afschaffing doorsneesystematiek’’
- [Document] Netspar One Pager Bastiaan Starink en Michael Visser ‘Fiscaal kader pensioenakkoord – Beperkte compensatiemogelijkheden bij afschaffing doorsneesystematiek’
Nettopensioenregeling
Met de komst van het vernieuwde pensioenstelsel verandert ook het nabestaandenpensioen. Niet alleen de partnerdefinitie wijzigt (meer uniform) maar ook de wijze van verzekeren van het nabestaandenpensioen (vóór pensioendatum) wijzigt. Er zal alleen nog een nabestaandenpensioen op risico basis kunnen worden verzekerd.
- [Video] Montae & Partners - Talkshow ‘Nabestaandenpensioen’
- [Document] Willis Towers Watson, Eric Heemskerk en Wichert Hoekert 'Vijf jaar nettoreglingen: redenen voor heroverwegingen'
Keuzebegeleiding
Het vernieuwde pensioenstelsel brengt meer risico en keuzevrijheid voor de deelnemer. De meeste deelnemers zijn zich echter niet bewust van de risico’s of niet of zeer beperkt geïnteresseerd in pensioen. De gevolgen van de te maken keuzes kunnen echter groot zijn. De interactie met de deelnemer en de zorgplicht worden belangrijker. Er wordt in het wetsvoorstel Wet toekomst pensioenen een open norm geïntroduceerd waarmee ruimte wordt geboden om de deelnemers te begeleiden in het maken van keuzes en daarbij zo goed mogelijk aan te sluiten bij de verschillende doelgroepen.
- [Video] Montae & Partners - Talkshow ‘Keuzebegeleiding’
- [Document] Netspar Jelle Strikwerda, Bregje Holleman en Hans Hoeken – ‘Naar de kern van pensioenkeuzes’
- [Document] Montae & Partners ‘Position paper keuzebegeleiding’
- [Document] Netspar Harry van Dalen, Kène Henkens en Niels Kortleve ‘Onzekere pensioenuitkomsten verhogen kans van opname ‘bedrag ineens’’
Bereid je voor op de keuzes
Bepaal het beginpunt, uitgangspunten en randvoorwaarden voor het gewenste einddoel.
Wat
Samen met werknemersvertegenwoordigers en in afstemming met het pensioenfondsbestuur bepaalt u de komende jaren de ‘pensioenkoers’, ofwel hoe de pensioenregeling eruit komt te zien voor de werknemers in de onderneming of het concern.
Sociale partners zijn de vertegenwoordiging van werkgever(s) en werknemers. Aan werknemerszijde kunnen dit vakbonden zijn, maar ook een ondernemingsraad. Overal waar sociale partners wordt genoemd omvat de term sociale partners dus aan werknemerszijde de vakbonden en/of de ondernemingsraad.
Een omvangrijk meerjarig transitietraject vraagt om expliciete ruimte op de agenda’s van werkgever(s), vakbonden en/of ondernemingsraad en pensioenfondsbestuur. Een projectmatige aanpak ligt in de rede (stap 1). Denkbaar is dat een projectplan wordt ontworpen met een helder beginpunt en een stip op de horizon. De tussenliggende stappen vormen vervolgens de inhoud. Het einddoel kan wellicht nog niet in detail worden uitgewerkt, maar het kanaliseren van de te maken keuzes – onder andere door het vaststellen van de randvoorwaarden en uitgangspunten – helpt grip te houden op de complexiteit.
Wat het beginpunt is, welke uitgangspunten en randvoorwaarden gelden en wat (op hoofdlijnen) het gewenste einddoel is, zal per onderneming/concern verschillen. De onderliggende vragen zijn evenwel grotendeels gelijk:
- Waar staan we nu?
- Wat zijn de randvoorwaarden: wat zijn de basisvereisten?
- Wat zijn de uitgangspunten: waar ga je je keuzes op baseren (wat is wenselijk)?
- Hoe voor te sorteren op het einddoel?
- Wanneer welke keuzes te maken?
Ad. 1 Waar staan we nu?
Het is van belang inzicht te hebben in de startpositie: een ‘foto’ van de huidige situatie. Zo kan in kaart worden gebracht wat te nemen stappen zijn op weg naar een gewijzigde pensioenregeling in het vernieuwde pensioenstelsel. Denk hierbij aan:
- Specifieke aspecten van de huidige pensioenregeling(en)
Het aantal pensioenregelingen, het nabestaandenpensioen, het arbeidsongeschiktheidspensioen, premievrije voortzetting bij arbeidsongeschiktheid, overgangsregelingen, vrijwillige aansluiting/deelname etc. - Specifieke aspecten van (de relatie met) het pensioenfonds
De (voorwaarden en afspraken opgenomen in de) uitvoeringsovereenkomst, premiedekkingsgraad, de beleidsdekkingsgraad, de risicohouding, samenstelling fondspopulatie etc. - Arbeidsvoorwaardenpakket
Wat zijn de pensioendoelstellingen? Hoe verhoudt de arbeidsvoorwaarde pensioen zich ten opzichte van het totale arbeidsvoorwaardenpakket? Wat is de (ontwikkeling van de) loonruimte? - Gesprekspartners
Wie zijn de werknemersvertegenwoordigers? Verschilt dit per categorie werknemers/per pensioenregeling? En wat is hierover vastgelegd in bijvoorbeeld de cao? - Andere afspraken
Denk aan (meerjarige) afspraken ten aanzien van bijstorting of premiekorting.
Het pensioenfondsbestuur kan veel van de benodigde informatie voor het in kaart brengen van de huidige situatie aanleveren. Het is verstandig het pensioenfondsbestuur te vragen om de uitgangspositie inzichtelijk te maken.
- [Document] Stichting van de Arbeid, ‘Checklist huidige situatie werkgever ondernemingspensioenfonds’
Ad.2. Randvoorwaarden
De basisvereisten: Sociale partners staan voor een belangrijke transitieopgave. Wat zijn de fundamenten waar de pensioenregeling op steunt/afhankelijk van is? Wat is het langetermijnperspectief?
Wat is het toekomstperspectief van het pensioenfonds? Wat is de (toekomstige) omvang van het pensioenfonds? Is het zelfstandig verdergaan van het pensioenfonds in het belang van de werkgever(s) en werknemers, gegeven bijvoorbeeld de complexe wet- en regelgeving, steeds hogere eisen aan de governance en toenemende druk op kostenbeperking? Hoe kijkt het pensioenfondsbestuur hiernaar?
Dispensatie: Ingeval uw onderneming/concern is gedispenseerd van verplichte deelname aan een bedrijfstakpensioenfonds, is de vraag naar het zelfstandig bestaansrecht (mogelijk) extra prangend. Het wetsvoorstel bevat vooralsnog geen uitsluitsel over hoe wordt omgegaan met (bestaande) dispensaties van verplichte deelname aan bedrijfstakpensioenfondsen. Of dispensaties na de overgang naar het vernieuwde pensioenstelsel kunnen worden voortgezet en zo ja onder welke voorwaarden, is nog niet bekend. Nu de dispensatie samenhangt met het zelfstandig bestaansrecht, is deze informatie cruciaal.
- [Document] PricewaterhouseCoopers – ‘Uitvoeringsopties werkgevers met eigen ondernemingspensioenfonds’ TIP
- [Video] Stichting van de Arbeid, Interview Peter van Gameren en Otto Hulst ‘Toekomstige koers pensioenfonds in relatie tot komst WTP’
- [Document] Montae & Partners ‘Wat komt eerst: Toekomst pensioenfonds of toekomst pensioenstelsel?’
- [Document] Montae & Partners ‘Alternatieve uitvoeringsmogelijkheden bij einde pensioenfonds’
- [Document] Sprenkels & Verschuren ‘Pensioenfonds van de toekomst’
- [Document] PensioenMagazine – Jeroen Tuijp ‘De WTP en de gedispenseerde pensioenregelingen: het wordt er niet bepaald eenvoudiger op’
Uitbesteding: De inhoud van de pensioenregeling is de verantwoordelijkheid van sociale partners. Sociale partners zullen veel keuzes moeten maken. Om deze keuzes te kunnen maken, is het van belang het speelveld te overzien. Wettelijke mogelijkheden en bevoegdheden is één kader, maar evenzo belangrijk is inzicht in de (on)mogelijkheden in de praktijk.
De pensioensector kenmerkt zich door uitbesteding. Wat zijn de afhankelijkheden van het pensioenfonds en zijn deze goed afgedekt?
“Randvoorwaarden en uitgangspunten, in te brengen van werknemerszijde en van werkgeverszijde, kaderen de discussie over een aanpassing van de pensioenregeling in en geven richting aan de gesprekken tussen arbeidsvoorwaardelijke partners. Idealiter zijn de randvoorwaarden concreet, ambitieus en goed onderbouwd.”
Jurre de Haan, secretaris pensioenbeleid bij VNO-NCW en MKB-Nederland
Is de dienstverlening voor de komende jaren (tegen redelijke kosten) gegarandeerd? Dit zal bijvoorbeeld van invloed zijn op de verhouding premie en pensioendoelstelling/resultaat. Kosten drukken immers het resultaat. Maar ook: wat zijn de (on)mogelijkheden bij (de uitbestedingspartijen van) het pensioenfonds? Is alles uitvoerbaar en wat is de relatie met de kosten? Vanaf welk moment is een overstap naar het nieuwe stelsel überhaupt mogelijk? Et cetera. En als u als werkgever/sociale partners de mogelijkheden bij (de huidige uitbestedingspartijen van) het pensioenfonds te beperkt zou vinden, zijn er dan alternatieven en zo ja welke?
Veel vragen, maar de boodschap is dat u als werkgever/sociale partners er goed aan doet om vanaf de start aandacht te hebben voor de uitbestedingsrelaties van het pensioenfonds/uitvoerder waar u de nieuwe pensioenregeling wil onderbrengen.
- [Video] SPO Perform, Interview Wim Henk Steenpoorte ‘Rol van de uitvoerder in de transitie’
- [Video] Stichting van de Arbeid, Interview Frits Bart en Jochem Dijckmeester, ‘Rol van pensioenuitvoeringsorganisaties’
Capaciteit: Binnen het meerjarige transitietraject is continuïteit belangrijk. De werkzaamheden voor de transitie komen boven op de ‘gebruikelijke’ werkzaamheden. Is er voldoende capaciteit/ kennis binnen de onderneming voor het gehele traject?
Ad. 3 Uitgangspunten
Naast de randvoorwaarden kan het in de verkenningsfase inventariseren van de uitgangspunten zinvol zijn. Waar gaat u uw keuzes op baseren? Waaraan moeten de nieuwe pensioenregeling en de uitvoering voldoen? Een vraag voor u als werkgever, maar ook voor de werknemersvertegenwoordiging en het pensioenfondsbestuur. Onderlinge afstemming en een gezamenlijk beeld aan de start kan bijdragen aan een efficiënt verloop van de transitie.
Bij het vaststellen van de uitgangspunten gaat het niet om het nu al maken van keuzes, maar om het eerst zelfstandig en vervolgens gezamenlijk vaststellen/kennisnemen van de kaders die van toepassing zijn.
- Doelstellingen werkgever(s)
Wat de uitgangspunten zijn, hangt nauw samen met de doelstellingen voor de arbeidsvoorwaarde pensioen. Wellicht zijn in het verleden doelstellingen opgesteld. Dit kan een goed moment zijn deze te herijken. Zijn de doelstellingen nog actueel en hoe passen deze binnen het bredere arbeidsvoorwaardenpakket? En wanneer zijn deze doelstellingen voor het laatst geverifieerd? Waar hebben de werkgevers binnen de onderneming en hun werknemers behoefte aan? Anders dan in andere cao-trajecten zullen de besluiten die in dit traject genomen worden ook invloed hebben op pensioengerechtigden en werknemers die inmiddels buiten de onderneming werkzaam zijn. Welke doelstellingen gelden hier en op welke wijze kunnen zij worden geraadpleegd?
Het formuleren van duidelijke doelstellingen/uitgangspunten is een goede voorbereiding op het gesprek over waar de gewijzigde pensioenregeling(en) aan moet(en) voldoen. Wat is de pensioenvisie voor de toekomst?
Bij het ontwikkelen van een pensioenvisie kunnen de volgende vragen relevant zijn:- Wat voor werkgever wil ik zijn? Ten aanzien van het brede arbeidsvoorwaardepakket en specifiek voor de arbeidsvoorwaarde pensioen.
- Welke doelstellingen heb ik met onze pensioenregeling(en)?
- Hoe waarborg ik consistentie en synergie met ons overig arbeidsvoorwaardenbeleid?
- Zijn er uitdagingen? Is er bijvoorbeeld een tekort aan personeel? Wat betekent dat voor de inrichting van de loonruimte/hoe word je aantrekkelijker als werkgever?
- Wat is de fondspopulatie en wat zijn de ontwikkelingen?
- Maatschappelijke vraagstukken en duurzaamheid: waarin te beleggen of juist niet, en sluit het pensioenfonds hierbij aan?
- Wat is de stip op de horizon? Wellicht zijn zaken op korte termijn niet mogelijk, maar waar naartoe te werken en hoe dit concreet vorm te geven?
Naast de uitgangspunten aan de arbeidsvoorwaardetafel, biedt (ook) de opdrachtaanvaarding enkele kaders waarbinnen de pensioenregeling uiteindelijk moet passen. Hoewel de opdrachtaanvaarding ongeveer halverwege de transitie aan de orde komt, draagt het nu meenemen van deze kaders bij aan een efficiënt transitietraject.
- De opdrachtaanvaarding: In de basis gaan sociale partners over de inrichting van de pensioenregeling. Bij de opdrachtaanvaarding moet het pensioenfondsbestuur evenwel toetsen of zij de pensioenregeling – de opdracht van sociale partners – ook kan uitvoeren. Met andere woorden: sociale partners bepalen de inhoud van de pensioenregeling en het pensioenfondsbestuur bepaalt of zij deze pensioenregeling ook kan/mag uitvoeren. Het behoeft geen betoog dat het voor sociale partners relevant is om al in de verkenningsfase kennis te nemen van de (uiterste) kaders waaraan de door hen overeen te komen pensioenregeling moet voldoen.
De opdrachtaanvaarding is geregeld in artikel 102a Pensioenwet. Op grond van dat artikel moet het pensioenfonds een viertal toetsen doorlopen:
- Toets op doelstellingen en beleidsuitgangspunten, waaronder de risicohouding, van het pensioenfonds. Daarbij zijn de volgende vragen aan de orde:
- Past het voorstel in de huidige risicohouding?
- Past het voorstel in de huidige missie, visie en strategie? - Toets op evenwichtige belangenafweging (met name ten aanzien van de transitie).
Daarbij zijn de volgende vragen aan de orde:
- Is sprake van evenwicht tussen het algemeen belang en bescherming van individuele rechten?
- Is het voorstel proportioneel? Leidt het voorstel tot excessieve last voor groepen/individuen? - Toets op relevante wet- en regelgeving.
Daarbij zijn de volgende vragen aan de orde:
- Is het voorstel in lijn met gelijke behandelingswetgeving?
- Is het voorstel in lijn met de Wet toekomst pensioenen?
- Is het voorstel in lijn met fiscale wetgeving? - Toets op integere en beheerste bedrijfsvoering.
Daarbij zijn de volgende vragen aan de orde:
- Is het voorstel financieel haalbaar?
- Is het voorstel technisch uitvoerbaar tegen aanvaardbare kosten?
- Is het voorstel uitlegbaar aan alle stakeholders?
- [Document] Pensioenfonds Shell ‘Schema Opdrachtaanvaarding pensioenfonds’
- [Document] Achmea Pensioenservices, Agnes Joseph ‘4 principes en evenwichtigheid’
De opdrachtaanvaarding omvat verschillende kaders met verschillende impact, maar ze zijn allemaal relevant. De invulling is per pensioenfonds anders. Het is aan te raden om in de verkenningsfase bovenstaande vragen uit te werken, dat helpt om in het verdere proces keuzes te maken en bevorderd de afstemming/samenwerking.
In deze verkenningsfase gaat het nog niet om het maken van keuzes, maar om gedachtevorming over waar deze keuzes op te baseren: de uitgangspunten. Gezamenlijke uitgangspunten van sociale partners (onderling) en het pensioenfondsbestuur kunnen voorkomen dat verderop in het transitieproces sociale partners terug moeten naar de tekentafel omdat het pensioenfondsbestuur de opdracht niet kan aanvaarden. De opdrachtaanvaarding zal een meer formeel moment zijn als partijen hierop voorsorteren.
Bovenstaande figuur is een voorbeeld van hoe een cirkel van invloed er (in de basis) uit zou kunnen zien voor de deelvraag van de vierde toets van de opdrachtaanvaarding: is het voorstel technisch uitvoerbaar tegen aanvaardbare kosten? Deze cirkel kan verder worden uitgewerkt, waarbij vragen als: ‘wat zijn aanvaardbare kosten’ of ‘is er een alternatief’ aan de orde kunnen komen. De omvang van de verschillende cirkels is uiteraard per situatie en per pensioenfonds verschillend.
Het stellen van dergelijke vragen en het samen ontdekken wat de ‘praktische kaders’ zijn, is – naast de wettelijke kaders – misschien wel de belangrijkste stap in de verkenningsfase. Zowel in het licht van de gezamenlijke verantwoordelijkheid van sociale partners en het pensioenfondsbestuur om tot een goede nieuwe regeling te komen, als met betrekking tot een efficiënte transitie.
Ook het nieuwe fenomeen van de opdrachtbevestiging streeft duidelijkheid tussen sociale partners en het pensioenfonds na. Wat is bijvoorbeeld de kans dat de beoogde pensioendoelstelling gegeven de premie wordt behaald?
Opdrachtbevestiging
“Het doel van de opdrachtbevestiging is tweeledig. Ten eerste bevat de opdrachtbevestiging een onderbouwing van de door het pensioenfonds gekozen inrichting van de instrumenten, zowel waar deze voortvloeien uit arbeidsvoorwaardelijke keuzes als vallen onder de discretionaire bevoegdheid van het pensioenfondsbestuur. Ten tweede borgt de opdrachtbevestiging dat sociale partners en pensioenfonds ex ante hetzelfde beeld hebben bij de opdracht en de consequenties van arbeidsvoorwaardelijke keuzes voor onder meer de deelnemers.
Hoewel deze opdrachtbevestiging een sluitstuk is van de afspraken die in het proces van opdrachtaanvaarding worden gemaakt, verwacht de regering dat dit ook impact zal hebben op het iteratieve proces hiernaartoe. Zo is het van belang dat pensioenfondsen tijdig inzicht geven in de consequenties van keuzes die op de arbeidsvoorwaardentafel worden gemaakt. Deze opdrachtbevestiging, inclusief de onderbouwing zal bij algemene maatregel van bestuur nader worden uitgewerkt.”
MvT p. 107/108 Consultatiedocument wetsvoorstel Wet toekomst pensioenen
Ad 4. Hoe alvast voor te sorteren op het einddoel?
Naast de randvoorwaarden en uitgangspunten kan op termijn veel voordeel worden behaald door van tevoren al bepaalde stappen te zetten die in alle scenario’s nodig zijn: de zogenaamde no-regrets. Enkele veel in de praktijk voorkomende onderwerpen zijn hieronder kort benoemd.
Complexiteit: Veel pensioenregelingen kennen nog oude overgangsregelingen. Deze zijn vaak zeer waardevol en bestaan niet voor niets. Feit is echter dat complexiteit vaak gepaard gaat met hogere kosten en een hoger foutpercentage bij de uitvoering. Dit zal ook bij de transitie spelen. Het afwegen van de verschillende belangen in deze is een proces om voorafgaand aan de transitie te doorlopen. Breng als sociale partners in kaart welke overgangsregelingen er allemaal zijn en wat dit betekent voor de uitvoering (en kosten). Het pensioenfondsbestuur kan helpen hier inzicht in te verkrijgen.
PGB Pensioendiensten over datakwaliteit
“Datakwaliteit is een thema waar idealiter ook vóór de transitie al veel aandacht aan besteed wordt. Een aantal punten die zullen helpen om de datakwaliteit te verbeteren:
- Vereenvoudiging en uniformering van regelingen voorafgaand aan de transitie helpt de datakwaliteit te verbeteren. Hier is echter in veel gevallen medewerking van sociale partners voor nodig. Ga hier vanuit het fonds tijdig de dialoog over aan met zowel uitvoeringsorganisatie als sociale partners.
- Hoe minder uitzonderingen en speciale gevallen er in de nieuwe regelingen zitten, hoe beter de datakwaliteit zal zijn. Vaak is er bereidheid vanuit sociale partners om hierover mee te denken, als dit thema expliciet benoemd wordt. Aanbeveling aan besturen is om dit punt helemaal aan het begin van het traject te benoemen en te kijken of er afspraken mogelijk zijn om als uitgangspunt te nemen om het aantal uitzonderingen te minimaliseren.
- Datakwaliteit bij het fonds wordt sterk beïnvloed door de kwaliteit van wat werkgevers zelf aanleveren. Besteed hier voldoende aandacht aan. Met name: zijn de nieuwe afspraken zodanig dat werkgevers de benodigde gegevens eenvoudig en op een kwalitatief goede manier aan kunnen leveren?”
“Aan de uitvoerbaarheid van het nieuwe pensioenstelsel zitten nogal wat haken en ogen. De keuzes die u nu maakt, hebben direct invloed op de uitvoerbaarheid (en mogelijk op de kosten van uitvoering).
Bijvoorbeeld omdat de administratie complexer wordt. Of omdat we moeilijker de informatie naar boven kunnen halen die een deelnemer wil hebben.”
TKP
Overgangsrecht: Een mogelijkheid is het voorafgaand aan de transitie naar het vernieuwde pensioenstelsel omzetten van de huidige middelloonregeling naar een beschikbare premieregeling met progressieve premiestaffel. Als deze overstap wordt gemaakt voor 1 januari 2023, dan kan gebruik worden gemaakt van het overgangsrecht voor de werknemers die op dat moment in dienst zijn: de zogenoemde eerbiedigende werking. Dit heeft gevolgen voor de compensatie. Het goed in kaart brengen van de voor- en nadelen – in relatie tot andere alternatieven – voor de (toekomstige) deelnemers, is essentieel. In de concept-memorie van toelichting is overigens aangegeven dat de eerbiedigende werking niet bedoeld is voor de huidige uitkeringsregelingen bij pensioenfondsen.
- [Document] PricewaterhouseCoopers – ‘Overgangsrecht Wet toekomst pensioenen'
- [Video] Deloitte, ‘Webinar WTP: de keuze voor of tegen gebruik van het overgangsrecht'
De loonaangifteketen: De loonaangifteketen (LAK) is een samenwerkingsverband van de Belastingdienst, UWV en het CBS. In deze keten worden gegevens één keer opgevraagd en aan verschillende afnemers beschikbaar gesteld. Het idee is dat door de loonaangifteketen bedrijven besparen op de administratieve lasten en de overheid op de uitvoeringskosten. Het aansluiten van het SV-loon en het salarisbegrip is in het verleden vaak een knelpunt gebleken om over te kunnen stappen op de LAK. Nu er een nieuwe pensioenregeling overeengekomen moet worden, is dit mogelijk een kans om deze begrippen te laten aansluiten – aan de hand van de definitie van pensioengevend salari – met het oog op de voordelen die aansluiting bij de LAK met zich meebrengt.
- [Webinar] Pensioenfederatie ‘Loonaangifteketen’ (sheets)
Kosten: De transitie naar het nieuwe pensioenstelsel is omvangrijk en complex en leidt onvermijdelijk tot significante (transitie)kosten. Kostenbeheersing is juist nu essentieel. Iedere euro uit het pensioenvermogen is een euro van de pensioendeelnemer en hier moeten we bewust en zorgvuldig mee omgaan. Vraag als sociale partners aan het pensioenfondsbestuur een kosteninschatting te maken. Het gaat niet alleen om kosten op de korte termijn (de transitie), maar ook vooral om kosten op de lange termijn. Maar misschien wel het belangrijkst: welk kostenpercentage vinden sociale partners en pensioenfondsbestuur acceptabel en hoe kunnen we hier samen op sturen?
Ad. 5 Wanneer welke keuzes te maken?
De neiging om direct aan de slag te gaan met de grote vraagstukken die bij de transitie komen kijken is begrijpelijk. De startpositie, randvoorwaarden en uitgangspunten zijn echter essentiële informatie om de keuzes bij de grote vraagstukken als contractkeuze, moment van overgang, compensatie etc. te kunnen maken. Dit neemt niet weg dat voorbereiding op deze vraagstukken door kennisvergaring (stap 3) en het in kaart brengen welke informatie benodigd is om de verschillende keuzes te kunnen maken, parallel kunnen lopen aan het inventariseren van de basis, randvoorwaarden en uitgangspunten.
Denk hierbij naast algemene kennisvergaring aan:
- Bepaalde afhankelijkheden: aan welke knoppen kunt u draaien en hoe verhouden die zich tot elkaar? Bijvoorbeeld: een besluit tot invaren heeft impact op de vraag of en in hoeverre compensatie nodig is.
- Welke (voor onze situatie) specifieke informatie is nodig om de grote vraagstukken te kunnen beantwoorden?
- Welke randvoorwaarden horen bij de verschillende vraagstukken en hoe deze te concretiseren? Bijvoorbeeld: als een pensioenregeling een solidariteitsreserve bevat, waar wil je die dan voor inzetten (denk aan stabiliteit van de uitkering, macrolanglevenrisico, inflatierisico)?
- [Presentatie] Aon ‘Kwantitatieve inzichten’ (TIP)
Waarom
Inzicht in de huidige situatie en de wensen is het vertrekpunt. Beiden zijn bepalend voor het invullen van het proces (stap 1) en bevatten input voor de te maken keuzes op weg naar een gewijzigde pensioenregeling in het vernieuwde pensioenstelsel.
Als zowel sociale partners als het pensioenfondsbestuur de uitgangspunten en randvoorwaarden inventariseren, beschikbaar stellen en deze vervolgens bij elkaar verifiëren en eventuele aannamen toetsen, ontstaat een integraal overzicht bij partijen.
Wanneer
Hoe eerder het integrale beeld van de pensioenvisie, doelstellingen en randvoorwaarden beschikbaar is, hoe eerder daarover het gesprek kan worden gestart met de werknemersvertegenwoordiging en het pensioenfondsbestuur.
Wie
Als werkgever bent u verantwoordelijk voor het bepalen van de eigen uitgangspunten. Vaak kan een adviseur of pensioenuitvoerder hierbij helpen. Een goede dialoog eerst met de werknemersvertegenwoordiging en daarna met het pensioenfondsbestuur is daarbij van belang.
Sociale partners en het pensioenfonds zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het aansluiten van aanbod en aanvaarding bij de opdrachtaanvaarding.
Sociale partners hebben het inzicht in de wensen op de cao-tafel en de arbeidsvoorwaardelijke ruimte waarbinnen de nieuwe pensioenregeling(en) beslag moet(en) krijgen. Het pensioenfondsbestuur heeft het overzicht over de kaders vanuit fondsperspectief.
Partijen doen er goed aan om deze informatie in een zo vroeg mogelijk stadium met elkaar te delen.
Hoe
In deze verkenningsfase staat niet het maken van keuzes, maar het voorsorteren op deze keuzes centraal. Dit is een noodzakelijke voorbereiding om in de volgende fase geïnformeerde besluiten te kunnen nemen. Hieronder ter inspiratie diverse handvatten.
- [Webinar] Montae & Partners ‘Het pensioenakkoord en verandervermogen’
- [Document] Stichting van de Arbeid, ‘Checklist huidige situatie’
- [Video] Stichting van de Arbeid, Interview Peter van Gameren en Otto Hulst ‘Toekomstige koers pensioenfonds in relatie tot komst WTP’
- [Document] Montae & Partners ‘Wat komt eerst: Toekomst pensioenfonds of toekomst pensioenstelsel?’
- [Document] Montae & Partners ‘Alternatieve uitvoeringsmogelijkheden bij einde pensioenfonds’
- [Document] Sprenkels & Verschuren ‘Pensioenfonds van de toekomst’
- [Document] PensioenMagazine – Jeroen Tuijp ‘De WTP en de gedispenseerde pensioenregelingen: het wordt er niet bepaald eenvoudiger op’
- [Video] SPO Perform, Interview Wim Henk Steenpoorte ‘Rol van de uitvoerder in de transitie’
- [Video] Stichting van de Arbeid, Interview Frits Bart en Jochem Dijckmeester, ‘Rol van pensioenuitvoeringsorganisaties’
- [Document] Pensioenfonds Shell ‘Schema Opdrachtaanvaarding pensioenfonds’
- [Document] Achmea Pensioenservices, Agnes Joseph ‘4 principes en evenwichtigheid’
- [Document] TKP ‘Whitepaper: Van pensioenakkoord naar pensioencontract: Aandachtspunten rond uitlegbaarheid en uitvoerbaarheid'
- [Document] PricewaterhouseCoopers – ‘Overgangsrecht Wet toekomst pensioenen'
- [Video] Deloitte, ‘Webinar WTP: de keuze voor of tegen gebruik van het overgangsrecht'
- [Webinar] Pensioenfederatie ‘Loonaangifteketen’ (sheets)
- [Document] PricewaterhouseCoopers ‘Het effect van het pensioenakkoord op uitvoeringskosten’
- [Presentatie] Aon ‘Kwantitatieve inzichten’ (TIP)
Bepaal de risicohouding
Hoe bepaal je de risicohouding en wat is de rol van het risicopreferentieonderzoek?
Plan je communicatie
Communicatie en draagvlak zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Communiceer vanaf de start over proces en inhoud.
Wat
Het pensioenstelsel wordt in de komende jaren vernieuwd. Dit betekent dat alle arbeidsvoorwaardelijke afspraken over pensioen moeten worden aangepast. Hoewel het nog een aantal jaren zal duren voordat uw werknemers echt te maken krijgen met deze aanpassingen, is het goed werknemers tijdig mee te nemen in de veranderingen in het pensioenstelsel en het besluitvormingsproces. Een goede communicatie is erg belangrijk voor een breed draagvlak voor de vernieuwing van het pensioenstelsel en de acceptatie van de nieuwe pensioenafspraken.
- [Video] Montae & Partners ‘Microlearning communicatie’
- [Video] Stichting van de Arbeid - Marike Knoef en Lisa Brüggen ‘Waarom is communicatie van belang?’
Draagvlak
Uit recent onderzoek van het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI) en Netspar blijkt dat 52% van de werknemers en 44% van de pensioengerechtigden een lager pensioen verwacht als gevolg van de stelselwijziging. Ook neemt bij de helft van de respondenten het vertrouwen in het pensioenstelsel af.Bij iedere grote stelselwijziging (in welke sector dan ook) is (het behouden van) voldoende draagvlak een uitdaging. Mensen houden over het algemeen niet van veranderingen en in de media lijkt de nadruk vaak te liggen op eventuele nadelen en risico’s.
Draagvlak voor de stelselwijziging is een voorwaarde voor succes. Het belang van goede communicatie is niet te onderschatten.
- [Document] PensioenMagazine – Harry van Dalen en Kène Henkens ‘Gemengde gevoelens rond het nieuwe pensioenstelsel’
- [Document] Kantar, Kwalitatief onderzoek in opdracht van SZW ‘Op welke manier worden bepaalde basisprincipes uit het pensioenakkoord ontvangen en begrepen door burgers?’
- [Document] AEGON ‘Onderzoek: Wat weten werkgevers wel en niet?'
- [Document] Montae & Partners ‘Deelnemersonderzoek 2021’
Vaak neemt het pensioenfonds het voortouw bij het informeren van fondsdeelnemers (waaronder uw werknemers) over de pensioenregeling. Bij het wijzigen/vaststellen van de pensioenregeling zijn evenwel sociale partners eerst aan zet. Samen met de werknemersvertegenwoordiging zal u afspraken moeten maken over de nieuwe pensioenregeling onder het vernieuwde pensioenstelsel.
Het op hoofdlijnen uitleggen van de gevolgen van het wetsvoorstel Wet toekomst pensioenen is
Pensioengerechtigden en slapers
De pensioenregeling wijzigt voor uw werknemers, maar ook voor ex-werknemers (slapers) en pensioengerechtigden die tijdens hun loopbaan via u pensioen op hebben gebouwd. Probeer deze groepen (via het pensioenfonds) te bereiken en mee te nemen in de communicatie.
belangrijk. Net zo belangrijk is het meenemen van de werknemers in het besluitvormingsproces.
Voor veel werknemers is pensioen een ver-van-mijn-bedshow. Daar komt bij dat nog niet alle details van de wetgeving – en daarmee de gevolgen voor de persoonlijke financiële situatie – bekend zijn. Dit leidt tot onzekerheid en een (mogelijk) meer sceptische houding.
Nu u (nog) geen antwoord kunt geven op de vraag wat de pensioentoekomst exact voor uw werknemers in petto heeft, zou u kunnen overwegen om in de communicatie extra aandacht te besteden aan:
- het wijzen op zaken die juist niet veranderen en inzichten die wel beschikbaar zijn zoals het huidige opgebouwde pensioen, dat zij kunnen raadplegen op sites als mijnpensioenoverzicht.nl;
- de wijze waarop u (samen met de werknemersvertegenwoordiging) de werknemers gedurende het proces zal informeren;
- de wijze waarop u de visie/wensen van de werknemers zal meenemen in het besluitvormingsproces;
- de (extra) ruimte die de (concept) wetgeving biedt voor invloed van het individu op zijn/haar persoonlijke financiële situatie, zoals het risicopreferentieonderzoek en de toenemende keuzevrijheid; en/of
- benadrukken dat in de conceptwetgeving is opgenomen dat iedereen persoonlijk inzicht krijgt in de hoogte van hun pensioen vóór en ná de overstap naar een nieuw pensioencontract en dat (kostenneutrale) compensatie van groepen die benadeeld worden onderdeel zal zijn van de te maken afspraken.
Uit onderzoek (Sandman 1987) is namelijk gebleken dat onzekerheid bij mensen minder negatieve associaties oproept als zij invloed kunnen uitoefenen.
Overbrengen boodschap
Ook als het pensioenfonds de informatievoorziening (grotendeels) voor zijn rekening neemt, kunt u een belangrijke rol vervullen. U kent de werkgevers in de bedrijfstak het beste. Bij het informeren van werkgevers over de stelselwijziging zijn de vorm, het taalniveau alsook de frequentie en het moment van communiceren bepalend voor het al dan niet overkomen van de boodschap.
In sommige gevallen kunt u behulpzaam zijn bij het overbrengen van de boodschap door het pensioenfonds te adviseren over bijvoorbeeld de communicatievorm. Ook kunt u via de werkgeversorganisatie mogelijk faciliteren in de communicatie richting werknemers, door de communicatie deels/ook via de werkgevers te laten verlopen. De werkgever is een afzender waar werknemers vertrouwen in hebben. Pensioeninformatie vanuit werkgevers draagt bij aan vertrouwen in de vernieuwing van ons pensioenstelsel.
Daarnaast kunt u bijvoorbeeld de video van de Rijksoverheid over waarom het pensioenstelsel wordt vernieuwd onder uw leden (en hun werknemers) verspreiden. Dit draagt bij aan de basiskennis over pensioen, waardoor werkgevers en werknemers de meer specifieke informatie (vanuit het pensioenfonds) beter in context kunnen plaatsen.
- [Video] Rijksoverheid, ‘Nieuw pensioenstelsel: waarom eigenlijk’
- [Webinar] TKP ‘Hoe houden we het nieuwe pensioenstelsel uitlegbaar’
- [Webinar] TKP ‘Pensioencommunicatie die mensen in beweging brengt’
- [Video] Netspar ‘Webinar: Maatwerk in pensioencommunicatie’
- [Podcast] Netspar - Marike Knoef en Hans Hoeken ‘Pensioencommunicatie werken aan begrijpelijkheid en vertrouwen’
- [Webinar] AZL ‘Persoonlijk en transparant communiceren’ (sheets)
- [Video] AZL ‘Weet je dat je pensioen gaat veranderen?’
- [Document] Pensioenfederatie, Verbond van Verzekeraars, Maastricht University en Universiteit Utrecht ‘Communicatie over de nieuwe regels voor pensioen: inzicht en aanbevelingen’
- [One pager] Netspar ‘Pensioenbewustzijn verhogen met brieven en social media’
Waarom
‘Onbekend maakt onbemind’, luidt het bekende spreekwoord. Uit het NIDI-Netspar onderzoek blijkt dat veel mensen niet weten wat het vernieuwde pensioenstelsel omvat. De kans bestaat dat door de complexiteit en onzekerheid het vertrouwen afneemt. Voorkomen moet worden dat werkgevers en werknemers hun eigen waarheid creëren, veelal ingegeven door hun twee belangrijkste pensioenadviseurs: de buurman en de media.
Het is van belang dat werkgevers op een heldere, evenwichtige en begrijpelijke (gelaagde) wijze worden geïnformeerd en begeleid gedurende de gehele transitiefase. Om dit te bewerkstelligen, is tijdige actieve inbreng nodig ook van de werkgeversorganisaties. U heeft het vertrouwen van uw leden. Ook bent u een bron van belangrijke informatie voor bijvoorbeeld het pensioenfonds. Welke vragen leven er? Aan welke informatie is er behoefte en zijn er mispercepties over pensioen en de vernieuwing van het pensioenstelsel?
Wie
Samenwerking in de communicatie heeft belangrijke voordelen. Voor een brede acceptatie van de pensioenafspraken en de stelselwijziging in het algemeen is het van belang dat de boodschap eenduidig is en de achterban het gevoel heeft dat de transitie zorgvuldig en eerlijk verloopt.
Bij het delen van kennis tussen sociale partners (onderling) en het pensioenfonds over wat werkt en wat juist niet, ontstaat optimale communicatie richting de achterban.
Waar de accenten kunnen verschillen, zal in deze fase een groot deel van de over te brengen boodschap gelijk zijn.
U heeft waardevolle informatie!
De werkgeversorganisatie zal in de komende periode mogelijk het eerste aanspreekpunt zijn voor vragen over pensioen/de stelselwijziging.
Vragen geven belangrijke inzichten. Het soort vragen geeft aan of de toon/inhoud/vorm van de communicatie aansluit bij de behoefte. Door deze inzichten niet alleen te gebruiken voor eigen doeleinden, maar ook te delen met het pensioenfonds/de werknemersorganisatie(s) kan de communicatie in brede zin (steeds verder) worden geoptimaliseerd.
Ook kunnen de vragen inzicht geven in mogelijke misvattingen die bestaan over pensioen en de vernieuwing van het pensioenstelsel.
Wanneer
Het loont om – samen met de werknemersvertegenwoordiging en het pensioenfonds – vanaf het begin na te denken over de te nemen communicatiestappen. Wat zijn goede communicatiemomenten in het voorgenomen proces?
Tip: Door communicatie direct in te bedden in de projectaanpak (stap 1), krijgt het de noodzakelijke aandacht.
Hoe
Hieronder enkele handreikingen ter suggestie/inspiratie.
- [Video] Montae & Partners‘Microlearning communicatie’
- [Video] Stichting van de Arbeid - Marike Knoef en Lisa Brüggen ‘Waarom is communicatie van belang?’
- [Document] PensioenMagazine – Harry van Dalen en Kène Henkens ‘Gemengde gevoelens rond het nieuwe pensioenstelsel’
- [Document] Kantar, Kwalitatief onderzoek in opdracht van SZW ‘Op welke manier worden bepaalde basisprincipes uit het pensioenakkoord ontvangen en begrepen door burgers?’
- [Document] AEGON ‘Onderzoek: Wat weten werkgevers wel en niet?'
- [Document] Montae & Partners ‘Deelnemersonderzoek 2021’
- [Video] Rijksoverheid, ‘Nieuw pensioenstelsel: waarom eigenlijk’
- [Webinar] TKP ‘Hoe houden we het nieuwe pensioenstelsel uitlegbaar’
- [Webinar] TKP ‘Pensioencommunicatie die mensen in beweging brengt’
- [Video] Netspar ‘Webinar: Maatwerk in pensioencommunicatie’
- [Podcast] Netspar - Marike Knoef en Hans Hoeken ‘Pensioencommunicatie werken aan begrijpelijkheid en vertrouwen’
- [Webinar] AZL ‘Persoonlijk en transparant communiceren’ (sheets)
- [Video] AZL ‘Weet je dat je pensioen gaat veranderen?’
- [Document] Pensioenfederatie, Verbond van Verzekeraars, Maastricht University en Universiteit Utrecht ‘Communicatie over de nieuwe regels voor pensioen: inzicht en aanbevelingen’
- [One pager] Netspar ‘Pensioenbewustzijn verhogen met brieven en social media’
- [Document] Pensioenfederatie 'Interview Doreth van den Heuvel - Stichting Pensioenfonds voor Fysiotherapeuten’
- [Document] ‘Pensioenfederatie 'Interview José Suarez Menendez - Het Nederlands Pensioenfonds’
- [Document] Pensioenfederatie 'Interview Ties Tiessen SBZ Pensioen'
- [Document] Pensioenfederatie 'Interview Eveline Vlastuin BPL Pensioen'
- [Document] 'Interview Ralf Rikz en Marjan Krol Uitdagingen communicatie'
Contractkeuze
Ontdek welke keuzes er zijn bij het kiezen van een contract en wat de verschillen zijn tussen de mogelijke contracten.
Invaren
De transitie kent verschillende aspecten. Lees hoe onderwerpen als invaren, compensatie en transitie-FTK in onderlinge samenhang inzichtelijk zijn gemaakt mede aan de hand van (stroom)schema’s.
Nabestaandenpensioen
Het nabestaandenpensioen is er om bij overlijden de achterblijvende partner en/of kind(eren) financieel te helpen. Het is daarom een belangrijk onderdeel van de pensioenregeling. Lees wat er wijzigt en wat de gevolgen van deze wijzigingen zijn voor het nabestaandenpensioen.
De informatie in deze stappen is algemeen van aard en mogelijk niet volledig. Lees hier meer.